KAVITA SHAH - CAPE VERDEAN BLUES

Artiest info
Website - bandcamp
facebook
label: Folkalist Records
distr.: Xango

Uit haar naam kan je ’t moeilijk afleiden, maar deze zangeres van Indiase komaf richt zich op deze plaat -de titel is gehaald bij Horace Silver- tot de luisteraar in voornamelijk het Kaapverdische Creools, dat we destijds leerden kennen via de grote Cesaria Evora. Dat gebeurt niet toevallig: ze heeft op São Vicente een heuse inwijding gekregen in die bijzondere muziek en die blijkt haar, met haar jazz-achtergrond en formidabele stem erg goed te liggen.

Morna en Coladeira schijnen voor Kavita geen geheimen meer te hebben en, aangezien ze zich voor deze plaat wist te omringen met een ronduit fantastisch gezelschap van begeleiders, komt deze plaat erg krachtig en overtuigend over. Misschien zegt de naam Miroca Paris u wel iets: hij is de percussionist/gitarist, die jarenlang Cesaria begeleidde tijdens haar talloze concerten overal ter wereld en hier leidt hij de ritmes op de helft van de nummers in goede, subtiele banen.

Opener “Angola” is dan weer de perfecte gelegenheid om Bau in de kijker te zetten. Van zijn echte naam heet hij Rufino Almeida en zijn vader was instrumentenbouwer, zodat de jonge Bau al heel snel de gitaar, viool en cavaquinho onder de knie kreeg. Dat ontging ook Cesaria niet en zij lijfde hem in als vaste begeleider, wat hij voor meer dan vijf jaar bleef. Toen achtte hij de tijd gekomen om zijn eigen weg te gaan en dat leidde dan weer tot een wereldhit met “Raquel”, dat door Pedro Almodovar uitgekozen werd voor de soundtrack van zijn film “Hable Con Ella”. Die Bau dus, is hier van begin tot einde aanwezig en zijn twinkelende snarenspel mag dus de plaat openen.

Vervolgd wordt met “Flor de nha esperança”, een signatuursong van Cesaria, van wie de geest dus werkelijk doorheen heel de plaat waait, wat nog extra in de kijker gezet wordt door “Um Abraço di Morabeza”, dat over haar gaat. Ondertussen zijn we wel “Joia” gepasseerd, een bijzonder fraaie ode aan de Kaapverdische vrouwen, maar we keren al snel terug naar Cesaria: “Amor di Mundo” was destijds zowat het prijsbeest van haar “Café Atlantico”, waarmee velen in West-Europa haar leerden kennen. “Cize” was dan weer de koosnaam van Cesaria en wordt hier het onderwerp van een heel fraaie song. Een heel mooi voorbeeld van de kruisbestuiving tussen de Indiase roots en de hedendaagse fascinatie voor Kaapverdië, krijg je in “Chaki Ben”: oorspronkelijk in de moedertaal van Kavita, maar hier helemaal naar de hand van Miroca Paris gezet. Geweldige vertolking is dat en dat kan je ook zeggen van de manier waarop Kavita zich “Sodade” eigen maakt. Je zou je daar eigenlijk niet aan mogen wagen, tenzij je, zoals hier gebeurt, het nummers de glans geeft die het verdient.

Afgesloten wordt met de titelsong van Horace Silver, in duet met Miroca Paris: het kost even moeite om het nummer te herkennen, omdat het heel grondig gedeconstrueerd wordt, maar zodra je “mee” bent, besef je dat Kavita hier bewijst dat ze bovenal een formidabele zangeres is en deze plaat kan er hopelijk toe bijdragen dat we deze Grande Dame uit New York onze richting kunnen laten uitkomen. Deze plaat is namelijk een pareltje en makers van dergelijk fraais, willen wij ook hier wel eens zien, zodat we er niet voor naar new York hoeven. Indrukwekkend !

(Dani Heyvaert)